Welke voorwaarden kunnen opgelegd worden?
Aan de voorwaardelijke invrijheidstelling kunnen verschillende voorwaarden worden verbonden. In ieder geval geldt bij iedere voorwaardelijke invrijheidstelling de algemene voorwaarde dat u zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit. Als bijzondere voorwaarden kunnen aan de voorwaardelijke invrijheidstelling worden verbonden, bijvoorbeeld:
- meewerken aan het nemen van vingerafdrukken of het ter inzage aanbieden van een identiteitsbewijs ten behoeve van het vaststellen van de identiteit;
- meewerken aan reclasseringstoezicht, huisbezoeken daaronder begrepen;
- een contactverbod;
- een locatieverbod;
- een locatiegebod om op bepaalde tijdstippen op een bepaalde locatie aanwezig te zijn;
- een meldplicht;
- een alcohol- en/of drugsverbod en (indien nodig) het meewerken aan bloed- of urineonderzoek;
- opname in een zorginstelling;
- ambulante behandeling;
- verblijven in een instelling voor begeleid wonen of maatschappelijke opvang;
- deelnemen aan een gedragsinterventie;
- andere voorwaarden het gedrag betreffende.
Aan deze bijzondere voorwaarden kan elektronisch toezicht (enkelband) worden verbonden.
Bij overtreden van deze voorwaarden kan de officier van justitie besluiten om bij de rechtbank een vordering in te dienen tot schorsing of herroeping van de voorwaardelijke invrijheidsstelling. Indien u een vordering van de officier van justitie heeft ontvangen, neemt u dan contact met ons op, dan kunnen wij u bijstaan.
De duur van de proeftijd van de voorwaardelijke invrijheidstelling is gelijk aan de periode waarover de voorwaardelijke invrijheidstelling wordt verleend, maar bedraagt ten minste een jaar.
Uitstel of achterwege laten
In bepaalde gevallen kan de voorwaardelijke invrijheidstelling uitgesteld of achterwege gelaten worden. Het achterwege laten van de voorwaardelijke invrijheidstelling is definitief: de aan de veroordeelde opgelegde straf zal volledig ten uitvoer worden gelegd. Een vordering tot uitstel of achterwege laten kan worden ingediend indien één van de volgende gronden zich tijdens de tenuitvoerlegging van de straf voordoet:
- bij plaatsing van de veroordeelde in een tbs-kliniek om zijn gevangenisstraf uit te zitten;
- bij een ernstige misdraging tijdens de tenuitvoerlegging van de straf;
- ernstige bezwaren dat de verdachte een nieuw misdrijf heeft gepleegd tijdens de tenuitvoerlegging van de straf;
- herhaaldelijke misdragingen tijdens detentie;
- (poging tot) onttrekking aan tenuitvoerlegging met geweld of bij terugkeer na 24 uur;
- recidiverisico ondanks bijzondere voorwaarden;
- veroordeelde niet bereid om afspraken te maken of zich aan voorwaarden te houden;
- tenuitvoerlegging buitenlandse straffen (WOTS-zaken).
Indien u een vordering van de officier van justitie heeft ontvangen tot uitstel of het achterwege laten van de voorwaardelijke invrijheidstelling, neemt u dan contact op met een in het strafrecht gespecialiseerde advocaat.